Manuele Therapie
In de manuele therapie wordt het lichaam nog meer als geheel bekeken. De therapeut kan een oorzakelijk verband leggen tussen de klacht en de verschillende regio’s van het lichaam (anatomisch, biomechanisch, neurologisch).
Wanneer een gewricht minder beweegt of pijnlijk is, wordt de normale flow van ons lichaam verhinderd en daarvoor kan manuele therapie een uitkomst bieden. De effecten zijn vaak onmiddellijk na de behandeling merkbaar. Gewrichten functioneren beter en het bewegen gaat gemakkelijker. De manuele therapie richt zich vooral op problemen ter hoogte van de wervelkolom en het bekken, maar ook de perifere gewrichten (pols, enkel, voet, knie,…) komen in aanmerking.
Vaak voorkomende klachten:
- (Spannings)hoofdpijn, duizeligheid
- Nek- en schouderklachten, al dan niet met uitstraling naar de armen (cervicobrachialgie, discushernia)
- Lage rugklachten, al dan niet met uitstraling naar de benen (lumbalgie, ischialgie, discushernia)
- Bekken- en statiekproblemen
Na een vraaggesprek, waarbij het ontstaan en het verloop van de klachten worden geëvalueerd, volgt een manueel therapeutisch functieonderzoek om te bepalen waar de oorzaak van de klachten zich bevindt. Tevens zal er worden nagegaan of er foute bewegingspatronen of slechte houdingsgewoontes zijn. In samenspraak met de patiënt wordt een behandelplan opgesteld. Door middel van mobilisaties en manipulaties tracht men functieherstel na te streven.
De behandeling is in eerste instantie gericht op het kunnen hervatten van de normale activiteiten en de algemene gezondheid. Eventueel kan, in overleg met de behandelend arts, een aanvullend onderzoek aangevraagd worden. Het manueel therapeutisch onderzoek is dan ook uitermate geschikt als aanvulling op de artsendiagnose.